Lees een willekeurig artikel op Marktingfacts, Marketingonline of Frankwatching en het staat vol met Engelstalig marketingjargon. Als gevolg daarvan zie je dat de Nederlandse marketeer de laatste jaren klakkeloos alle Engelstalige buzzwoorden overneemt. En dus kijkt niemand meer op als er tijdens een vergadering gezegd wordt: “We moeten meer aan storytelling doen.” Of: “Onze commerciële mensen moeten meer aan social selling doen.” Als ik erbij zit dan daag ik mensen altijd uit om te zeggen wat ze er onder verstaan. Bij storytelling kreeg ik bij 8 mensen, 8 verschillende definities. En ik merk dat er dan meer inhoud ontstaat in plaats van blabla (oneerbiedig, maar wel de valkuil).
Niet te makkelijk van af maken
Hiermee zeg ik overigens niet dat ik me er zelf nooit schuldig aan maak. Soms is er niet direct een goed Nederlands alternatief. Bij engagement wordt het al best lastig. Van de andere kant, customer journey is gewoon klantreis. Customer intimacy is extra aandacht geven aan je klant. En buyer persona, is in mijn vocabulaire gewoon droomklant. Of wat dacht je van klantbeleving in plaats van “customer experience”. Voordeel is dat iedereen het kan volgen. Wel heb ik voor mezelf als regel dat als ik een Engelstalige vakterm gebruik in een overleg of workshop, dat ik hem even kort uitleg. Kunnen we daarna weer gewoon verder.
Bingo!
Betrap jij je marketing collega ook op het gebruik van Engelstalige buzzwoorden? Houd dan in je volgende vergadering mijn Buzzwoorden Bingo er eens bij. En roep bij een volle kaart gewoon Bingo! Dan wordt het daarna echt tijd om mij te introduceren. Desnoods als vertaler 😉
PS: in plaats van roepen mag je het ook stiekem tweeten #BuzzwoordenBingo